Fragment
‘Wacht, wacht,’ zei ik en ik hield mijn hand op alsof ik iets echt heeeel belangrijks wilde zeggen.
‘Ja?’ vroeg de man. ‘Had je nog wat, garnaaltje? Hoop voor je dat het belangrijk is.’
‘Dat is het,’ zei ik haastig. Ik probeerde heel snel na te denken, want ik wilde echt niet in het water. Het was nog geen zomer, dat water was koud! En gek genoeg was ik nog het meeste bang voor mijn moeder, want die haat het echt als ik mijn kleren helemaal vies en modderig maak. Maar er kwam helemaal geen plan in mijn hoofd. Ik wist echt niet wat ik moest zeggen om de man tegen kon houden, of wat ik moest doen om Naomi en Daan beschermen!
×