Samenvatting
De foto van oom Kees stond op de schoorsteenmantel bij mijn opa en oma in Groningen, waar we elke kerst gingen logeren. De donkere ogen van Kees keken mij niet aan. Ze konden me dus niet volgen in het nameloos verwijt dat de oorlog zinloos was geweest. De fotograaf had kennelijk verzuimd Kees te vragen naar het vogeltje te kijken. Dat was maar beter ook, want zoiets draaide altijd uit op een onvermijdelijke teleurstelling. Er zat geen vogeltje in, wist ik als kind al. Herman Smith vertelt in dit boek het verhaal over zijn oom Kees, de broer van zijn vader. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte Kees deel uit van de verzetsgroep K in Groningen. Hij was specialist in het vervalsen van persoonsbewijzen. De verzetsgroep werd in 1944 verraden en allen werden gefusilleerd in Vught. Al werd er nooit over gesproken, het verdriet was altijd op de achtergrond aanwezig. In de oorlog was zwijgen 'een plicht', zoals Kees Smith in een brief schreef. Herman heeft dat zwijgen doorbroken en is naar hem op zoek gegaan. Nu ervaart Herman het als een plicht om over zijn oom te schrijven. En als beeldende troost zeven schilderijen voor hem te maken. Omdat oom Kees in oorlogstijd graag viooltjes schilderde op boerenmelkkrukjes schilderde Herman viooltjes op panelen. Het is ook het verhaal over zijn Groningse schildersfamilie in oorlogstijd. Zijn opa schilderde, zijn vader schilderde, oom Kees schilderde en Herman schildert nog steeds. Dit boek is opgedragen aan alle dapperen die tegen de stroom in durfden te roeien.