Fragment
Ik verkeerde in een ‘flow’, een staat van zijn die door psycholoog Mihaly Czikszentnihalyi omschreven wordt als ‘een intense concentratie op een bepaalde activiteit, die gepaard gaat met bijna extatische gevoelens’. In mijn geval lag het iets complexer.
Zo moest ik – mede bij absentie van extra handen en een als slaaf aanstuurbare dubbelganger – de aandacht tussentijds verleggen naar het leefbaar houden van mijn appartement, het inslaan van boodschappen, het scherp houden van mijn collega’s, het afspreken met vrienden, hand- en spandiensten voor een goede vriendin, het bereiden van maaltijden, het verzorgen van mijn dwergpapegaaitjes, het bewaken van mijn potentie en het bezorgen van poststukken, daarbij aangetekend dat elk moment van aandachtverslapping tijdens bovengenoemde activiteiten werd aangegrepen om legio nieuwe aanknopingspunten als (deels verse) wijsheid in mijn stukjes te puzzelen (zonder dat ik mij in die ‘wegdenkfase’ in de luren mocht laten leggen door opspelende telefoons, kwetterende vogeltjes en vage acties van om mij heen opduikend gespuis), wat behalve met ‘bijna extatische gevoelens’ ook gepaard ging met de nodige hoofdbrekens, de nodige kopjes koffie en de nodige verwaarlozing, waarbij het mezelf ertoe dwingen alles uit de kast te halen rijkelijk beloond werd met sublieme vondsten en het vasthouden van de flow.
×