Samenvatting
De Romeinse dichter Martialis (ca. 40-ca. 104) schiep het moderne epigram, een kort gedicht dat een persoon of gebeurtenis beschrijft en eindigt met een verrassende clou of paradoxale pointe. Uit zijn verzamelde epigrammen rijst een veelzijdig beeld op van alle rangen en standen in Rome. En ze bevatten vele faits divers van binnen en buiten de Eeuwige Stad – van het paleis van keizer Domitianus tot aan de hoerenbuurten. Martialis’ poëzie is dan ook altijd een hoofdbron geweest voor de vele studies over het dagelijkse leven in Rome. Zelf schreef hij erover: ‘In mijn werk proef je de mens.’
In de jaren tachtig van de twintigste eeuw werd de Romeinse dichter in Nederland bekend dankzij twee bloemlezingen van de obscene epigrammen. Maar die beslaan slechts een tiende van het totale oeuvre. Zo ontstond een nogal eenzijdig beeld van Martialis’ poëzie. Deze vertaling van alle vijftienhonderd gedichten doet recht aan de veelzijdigheid van de dichter. Liefhebbers van Martialis waren onder meer Erasmus, Spinoza, Swift, Goethe, Hooft en Huygens.