Samenvatting
De Hindostaanse geschiedenis omvat een dubbele migratie in korte tijd in het koloniale tijdperk. Twee keer heeft dit volk alles achter zich gelaten. Van de ene kolonie - Brits-Indië, naar de andere - Nederland. Dit verborgen onderdeel uit de koloniale geschiedenis wordt tot leven gebracht in deze roman, een familiekroniek over vier generaties die binnen honderd jaar verspreid worden over drie continenten in de landen India, Suriname en Nederland. In 1912 reist de achttienjarige Ramdew per schip van India naar Suriname. Hij is geronseld om als arbeidskracht op een suikerplantage te werken. De bazen slagen er niet in om de even koppige als charismatische jongeman te breken. Dromen, verhalen, rechtvaardigheidsgevoel en de liefde houden Ramdew op de been. Hij wordt een man met aanzien in de Hindoestaanse gemeenschap, de stamvader van generaties bijzondere mensen die onder alle omstandigheden houvast hebben aan hun dromen en verhalen. Ook, of juist, degenen die naar Nederland vertrekken.