Samenvatting
Het ouderlijk huis van onderwijzeres Hendrika (Riek) van der Vlist, het bekende Hotel Schoonoord in Oosterbeek, komt tijdens de Slag om Arnhem in de frontlinie te liggen. De Britten nemen het hotel in gebruik als noodhospitaal. Samen met andere vrijwilligers helpt Riek honderden gewonde Britse, Poolse en Duitse soldaten. Ook als Schoonoord in Duitse handen valt, blijft zij de gewonden verzorgen. Als de Airbornes door de Duitsers uit Schoonoord worden weggevoerd, gaat Riek mee om hen – als verpleegster en als vertaalster – te kunnen blijven helpen. In de Willem III-kazerne in Apeldoorn zet zij haar werk voort, tot de SS’ers de Nederlandse verpleegsters daar wegsturen. De turbulente gebeurtenissen van september 1944 beschrijft Hendrika van der Vlist op indringende en ontroerende wijze in haar dagboek: de beschietingen, de angst van gewonden en vrijwilligers, de sterfgevallen, het gebrek aan water en eten; maar ook de vriendschappen in die dagen, zelfs tussen geallieerde en Duitse militairen. De daarop volgende maanden brengt Riek door als oorlogsvluchteling, eerst in Apeldoorn en later herenigd met haar ouders in Ede. Ze verhaalt over de bombardementen en razzia’s, de honger en het moeten bedelen om eten, het nieuws dat Schoonoord is uitgebrand en het lange wachten op bevrijding. Als heel Nederland eindelijk weer vrij is, keert zij terug naar Oosterbeek om daar te helpen met herstelwerkzaamheden. En wij voelen ons verbonden door een sterke band. Wij zijn van alle gezindten. Van alle standen. En wij zijn één. Hendrika van der Vlist (1915-1994) vervolgde na de oorlog haar carrière als onderwijzeres. Ze is werkzaam geweest in verschillende takken van onderwijs. In 1980 sloot zij haar loopbaan af als docente Engels op havo/vwo. Haar ervaring tijdens de oorlog dat vijanden ook vrienden kunnen zijn, is zij altijd blijven uitdragen. Zij sprak over verzoening, niet over haat.