Fragment
‘Woont hier Harrie van der Voort?’, de pakketbezorger keek opgejaagd naar Gijs in de deuropening. ‘Ja, die woont hier.’ De bezorger gaf het met lichtbruin pakpapier ingepakte doosje aan de agent: ‘Als u hier nog even wilt tekenen voor ontvangst.’ Ongeduldig hield de man een tablet onder de neus van Gijs, die zijn rechterhand uitstak om een pen of een stylo aangereikt te krijgen om een paraaf te plaatsen. ‘Met de vinger…’, ongedurig tikte de bezorger met de nagel van de wijsvinger op het beeldscherm. ‘Ach zo’, verzuchtte de man in de deuropening. Onhandig probeerde hij iets van een handtekening te fabriceren: ‘Mag ik het even over doen?’ ‘Nee, het is goed zo’, de pakketbezorger trok de tablet weg en liep naar de lift. ‘Okay…’, Gijs keek verbluft naar de deuren die openschoven en de bezorger die inderhaast de lift binnenstapte. ‘Nog een fijne dag.’ Er kwam geen reactie vanuit de lift. De deuren gleden dicht en de driehoek ‘omlaag’, boven de liftdeuren, ging branden. Met de ingepakte doos ging Gijs terug naar binnen in het appartement: ‘Is het al begonnen?’ Vanaf de driezitsbank schudde rechercheur Loes Wever ontkennend met het hoofd: ‘Er is nog reclame, maar het zal niet lang meer duren. Wat is dat?’ De vrouw wees naar het doosje in de linkerhand van Gijs. ‘Over nieuwsgierig gesproken!’, gespeeld verontwaardigd klakte de agent met zijn tong. ‘Is er een nieuwe minnaar in het spel?’, vroeg Loes uitdagend. ‘Waarom ben je zo geïnteresseerd in het seksleven van Harrie en mij?’ ‘Moet je dat nog vragen? Deze cactus staat al drie maanden droog’, overdreven dramatisch wees de vrouw naar haar kruis. ‘Nog twee maanden erbij en het is een droge levenloze woestijnbak geworden.’ ‘Te veel informatie, Loes, en je weet dat ik geen liefhebber van cacteeën ben’, de agent plaatste het ingepakte doosje op de lage salontafel. Verbaasd keek de vrouwelijke rechercheur hem aan: ‘Ga je dat niet openmaken?’ ‘Euh, duh! Je weet hoe gevoelig
Harrie is, als iemand zijn post openmaakt of e-mails bekijkt’, verleidelijk streelde Gijs de bovenkant van het pakketje. Loes keek hem afkeurend aan: ‘O, nee, ik ga niet zeggen dat je het open moet maken! Hij is jouw vent en ik moet nog met hem werken!’ ‘Wil je niet weten wat erin zit?’, vroeg de agent innemend. ‘Harrie is mijn baas en kan mijn leven op zoveel manieren zuur maken, dat ik het achter in mijn mond voel opborrelen’, met haar linkerhand begon de vrouw voor haar mond te wuiven. ‘Kun je het ruiken?’ ‘Stel je niet zo aan’, hij pakte het doosje op van de salontafel. ‘Je weet best dat Harrie niet lang boos op je kan blijven, dit in tegenstelling tot wanneer ik het doe. Als ik dit pakketje zonder toestemming of in opdracht openmaak, dan spreekt hij zeker één week niet met mij.’ De rechercheur wees naar de televisie: ‘Het interview gaat beginnen. Zal ik het geluid harder zetten?’ Zonder op een reactie van Gijs te wachten, griste de vrouw de afstandsbediening van de bank en drukte op de volumeknop.
×