Samenvatting
Mylène komt thuis na een middag winkelen. Ze is alleen naar de stad gegaan want haar vriendin had schijnbaar al een andere afspraak. Als ze thuiskomt krijgt ze de verrassing van haar leven.
Ze is er getuige van dat al haar spullen uit het raam worden gegooid door haar beste vriendin, die haar plaats heeft ingenomen. Haar man en bestie hebben samen schijnbaar al tijdenlang een geheime relatie.
Het besef komt. Ze staat op straat! Het huis is van hem, zelf hoefde ze nooit te werken, hij verdiende immers genoeg voor beiden.
Waar kan ze heen?
Uiteindelijk ploft ze neer op een bankje in het Valkenberg Park. Mensen trekken aan haar voorbij zonder haar ellende te zien. ieder is te druk met zichzelf bezig om de ellende van anderen te zien.
Sommigen zien haar gelukkig wel en spreken haar aan. Komen naast haar zitten en bieden een beetje troost. Gelijk worden er ook verschillende oplossingen besproken. Kiest ze echter wel de goede?
Is die vriendelijke man, waar ze de hulp van aanvaard wel echt wie hij zegt dat hij is, of is hij een gevaarlijke spin die weer een makkelijk slachtoffer heeft gevonden. En als hij al zo’n spin is... Verleid hij Mylène dan om toe te treden in zijn gitige web, waaruit ontsnappen haast onmogelijk is?
Langzaam maar zeker wordt Mylène steeds afhankelijker van de mensen die aan de touwtjes trekken binnen het giftige web, die haar met mooie praatjes ‘helpen’ om te overleven na een moeilijke periode. Pas als ze merkt hoe de vork echt in de steel zit, is het te laat.
Hoe weet deze jonge vrouw zich terug te vechten naar het ‘normale leven’ dat ze eerst leefde? Veel hulp van buitenaf is er niet. Tot dat...
Maar is dit dan wel de hulp die ze gebruiken kan?