Samenvatting
Als een van de eerste onderzoekers in Nederland richtte Maartje Draak (1907-1995) zich op de relatie tussen de mondelinge overlevering van volksverhalen (zoals sprookjes) en de opkomst van schriftelijk vastgelegde middeleeuwse literatuursoorten (zoals Arturromans). Haar omvangrijk wetenschappelijk oeuvre heeft betrekking op de Middelnederlandse letterkunde en de Keltologie, met name de Ierse literatuur van de vroege Middeleeuwen. Ze was lector en later hoogleraar in Amsterdam en Utrecht en werd in 1955 als eerste vrouw gekozen tot lid van de Afdeling Letterkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In deze biografie wordt het werk van Maartje Draak belicht tegen de achtergrond van de toenmalige universitaire studies in taal- en letterkunde. Hiernaast wordt aandacht besteed aan haar activiteiten als verzamelaar van Aziatische kunst, haar literaire voorkeuren, haar liefde voor boeken en vogels en haar columns in Raad en daad. Een portret van een kleurrijke, niet-alledaagse persoonlijkheid. Het boek bevat een bibliografie van de publicaties van Maartje Draak, samengesteld door Marc Schneiders†en Kees Veelenturf.