Samenvatting
Herman Fierens debuteerde in 1969 met de bundel Brumaire. Daarna volgden De weg door het binnenland (20O2), Zwemmers in tegenlicht (2007) en Met enkelband (2012, bij C. de Vries-Brouwers).
Dat de ouder wordende dichter alsmaar vaker tegen zijn limieten aanbotst, weerspiegelt zich uiteraard in zijn poëzie. De sporen van bitterheid, twijfel en opstandigheid, die al in zijn werk aanwezig waren, zijn in Verglazende tijd nog dieper geworden, littekens vaak.
Toch zal de lezer vaststellen dat, onder de scherpe reacties op het menselijk tekort, veel verdriet en heimwee schuilgaan, waarvoor uiteindelijk alleen de taal, hoewel nogal eens gewantrouwd, een bruikbare uitweg biedt. En, creatief als zij uit zichzelf is, verrast zij de dichter én zijn lezer soms met een soort ´vergezichten´, die inhoudelijk en stilistisch voldoende harmonie en ruimte scheppen om even te ontkomen aan hun beperkingen.