Samenvatting
Rond 1500 bloeit de portretkunst als nooit tevoren. In talloze Europese steden vervaardigden grote renaissancekunstenaars als Hans Holbein II, Albrecht Dürer, Hans Memling en Antonello da Messina levensechte portretten op het hoogste artistieke niveau. Nieuw was dat niet alleen vorsten en aristocraten zich lieten vereeuwigen, maar ook een groeiende groep van machtige bankiers, rijke kooplieden en vermaarde geleerden. Nog steeds getuigen deze schilderijen, bustes, penningen, prenten en tekeningen van hun macht, status, ambities, vriendschappen en religieuze overtuigingen. Vergeet me niet belicht aan hand van internationale topstukken en verrassende onbekenden de persoonlijke verhalen van de geportretteerden. Hoe wilden zij herinnerd worden? Of het nu gaat om geliefden, een beroemdheid of een gelovige die een heilige vereert, de geportretteerde laat de beschouwer weten: ‘vergeet me niet’.