Fragment
Een
‘Ik kan het niet meer, het spijt me zo,’ mijn bibberige stem wordt gesmoord met een kus op mijn lippen.
‘Stop daarmee Femke,’ fluistert Thomas binnensmonds.
Ik haal mijn lippen van zijn lippen en verman me.
‘Thomas, ik meen het. Ik wil en kan dit niet langer. Wij moeten hier een punt achter zetten.’
De ogen van Thomas vullen zich met tranen.
‘Femke, hoe kun je dat van mij verlangen? Na alles waar wij doorheen zijn gegaan. Alles wat wij hebben meegemaakt. Hoe kun je?,’ zijn stem klinkt hees.
Hij weet dat zij te trots is om er vandoor te gaan.
Ik begin mijn geduld te verliezen. Waarom maakt hij het altijd zo moeilijk voor mij? Waarom wordt hij pas achteraf de oude Thomas, de Thomas die ik twee jaar geleden heb leren kennen?
Ik kijk hem aan en kan geen geluid meer produceren. Het lijkt wel alsof mijn tong tegen mijn gehemelte zit vastgeplakt, alsof mijn lippen met secondelijm zijn vastgemaakt.
Het enige wat ik kon doen was uitdrukkingsloos in zijn heldere groene ogen staren. Ik voel me kwaad, verdrietig en machteloos tegelijk.
`Fuck, Het kan me geen fuck schelen.` Hij lacht en knijpt zijn ogen een stukje dicht.
`Ik wen er nooit aan dat jij fuck zegt.`
`Het klopt gewoon niet, ik ben niet gekomen om voor jou door het lint te gaan.`
Waarom ben ik zo zwak? Waarom kan ik hem niet hier achterlaten en gewoon weggaan? Al die pijn en de slapeloze nachten die hij mij had bezorgd. Dit zou toch een makkie moeten zijn? Maar dat was het niet.
‘Femke, heb je wel gehoord wat ik zei?’
De stem van Thomas haalt mij uit mijn gedachten. Ik was zo diep verzonken dat ik geen idee had waar hij over sprak. En alsof hij mijn gedachten kon lezen, herhaalde hij het.
‘Femke, geef me nog een kans.` Hij steekt zijn wijsvinger omhoog. `Alsjeblieft! Ik zal bewijzen dat ik die kans waard ben. Ik weet dat ik je niet goed heb behandeld. Ik ben mij bewust van het leed en de pijn die ik je heb aangedaan. Maar die pijn zal niets zijn in vergelijking bij de pijn die jij mij zal aandoen als je mij verlaat. Alsjeblieft, vergeef me alles en ik beloof dat ik vanaf nu aan mijzelf en onze relatie zal werken,’
Thomas kijkt me smekend aan en hij doet een poging mij te omhelzen.
`Handen thuis, ` snauw ik.
Ik kon hem nauwelijks aankijken. Even dacht ik een teken van oprechte spijt te zien. Plotseling zag ik een hele andere uitdrukking in zijn ogen.
‘Verdomme Femke! Verdomme! Hoe kun je? Kijk me aan en zeg dat je niet van me houdt! Als je dat zegt, weet ik genoeg en zal ik voorgoed uit jouw leven verdwijnen,’ schreeuwt hij nu.
Ik kijk hem lang aan. Hij pakt me bij mijn kin en dwingt me om hem aan te kijken.
‘Zeg het,’ zijn stem voelt een beetje dreigend.
`Laat me met rust, laat mij verdomme met rust.`
`Hè, ga zitten, haal diep adem en zeg dat je van me houd.`
`Ik ga niet zitten, ik ga weg.` Met een gesmoorde kreet druk ik een hand op mijn buik. Tranen springen in mijn ogen, maar toch spartel ik tegen toen hij me zachtjes naar een strandstoel leidde.
Elk minuscuul deeltje in mijn lichaam verlangt op dit moment naar hem. Maar ik wist mijn lichaam in bedwang te houden. Mijn hart zou het niet aankunnen. Ik kon mij eigenlijk geen leven zonder Thomas voorstellen. Maar tijd zal alle wonden helen, zo luidt het welbekende spreekwoord. Ik raap al mijn moed bijeen, schraap mijn keel en fluister voor de laatste keer, ‘Het spijt me Thomas, ik houd niet meer van je. Het is over.’
Thomas laat mij los. Alle kleur verdwijnt uit zijn gezicht......
×