Samenvatting
In München stond Ivan Demjanjuk, volgens een vergeeld persoonsbewijs kampbewaker in het vernietigingskamp Sobibor, terecht voor medeplichtigheid aan de moord op 28.000 hoofdzakelijk Nederlandse Joden aangevoerd vanuit Westerbork. Achttien maanden duurde het proces, verdeeld over tweeënnegentig zittingsdagen. Wim Boevink woonde ze allemaal bij, dag na dag, en deed ervan minutieus verslag voor zijn krant, het dagblad Trouw. Er waren lezers die onderweg klaagden dat het zo wel genoeg was, dat de aandacht voor het proces buitenmaats was. Anderen moedigden hem aan verder te gaan, ze waren aangegrepen door wat ze lazen. Wim Boevink ging door. Schreef Klein Verslag na Klein Verslag zo heette zijn rubriek in Trouw. De journalistieke onderneming groeide uit tot een unieke weergave van een rechtsgang. Een bij vlagen wurgende reis door het duister, met de laatste nog levende daders en getuigen. Jules Schelvis, Holocaustoverlevende, medeaanklager en auteur van het standaardwerk over Sobibor: Wim Boevink publiceerde zijn berichten onder de titel Klein Verslag. Ik zou ze willen kwalificeren als Klein Monument.