Samenvatting
‘Haal die vlag weg! Ik wil niet voor Hitler vlaggen!’ Hank zet de ketel terug. Tergend langzaam. Hij doet het deksel op de theepot en steekt het vlammetje van het theelichtje aan. Ze durft haar opdracht niet nog eens te herhalen. Ze wacht, haar vuisten gebald. Eindelijk draait hij zich om. Hij heeft weer de ijskoude blik die ze kent van hun eerste ruzie. ‘Die vlag blijft daar hangen. Hier bepaal ik de dingen, is dat duidelijk?’ Zijn stem is laag, dreigend. Hank Beek leek zo’n sterke, knappe man, vooral als hij zijn uniform droeg. Het zou Liesel Friedrichs de kans geven, te ontsnappen aan haar liefdeloze thuis. Haar adoptiemoeder is een fervent Nazi-aanhangster. Liesel heeft daar grote moeite mee en verzet zich ertegen. Als zij met Hank Beek trouwt en naar Nederland verhuist, blijkt ze in een familie van NSB’ers terechtgekomen te zijn. Liesel heeft het als Duitse moeilijk in de Nederlandse samenleving. Na de bevrijding wordt Hank gedetineerd. Liesel scheidt van hem en keert terug naar Duitsland. Ze neemt haar dochter Christel mee, maar die raakt ze later weer kwijt aan haar verbitterde ex-man. Christel Beek is veertien als ze weer contact met haar moeder Liesel krijgt. Ze voelt zich zowel in het nieuwe gezin van haar vader als in dat van haar moeder slecht thuis. De moeilijke jeugd van Christel heeft effect op haar als volwassen vrouw. Als haar ouders oud zijn ziet ze kans om zich enigszins met hen te verzoenen. Annelies Kok (Zeist, 1954) beschrijft in deze roman hoe traumatische gebeurtenissen doorwerken in volgende generaties. Ze vertelt de geschiedenis van Liesel en het verhaal van Christel afwisselend vanuit hun perspectief. Een aangrijpende roman, gebaseerd op een waargebeurd verhaal.