Samenvatting
Girlegorl en merzikol - dat zijn geen beesten uit een gedicht van C. Buddingh', maar woorden uit het Veluwse dialect. Net als muisje schrapmaken, rechtveerdig haor of snotpsalmen zingen. In dit boek zijn de meest opvallende en bijzondere woorden van het Veluws bijeengebracht. Van elk woord wordt een korte, heldere verklaring gegeven, zodat de lezer weet wat het verschil is tussen boomspek en snutenspek, waarvoor een truus wordt gebruikt, wanneer de boekweitenmaone aan de hemel staat, wat het wil zeggen als opoe op visite komt (en waar die uitdrukking vandaan komt), welk beroep een wortelkule uitoefent, welke vogel met de naam soerense daggelder wordt aangeduid, en welke plant met de naam veluwse ka(a)nt. In dit boek staan naast woorden die helemaal niet in het Nederlands voorkomen, ook woorden die lijken op Nederlandse woorden, maar een heel andere betekenis hebben: dubbelloops jachgeweer, peerdespul, raam, room en rondeten. Het Veluws handwoordenboek is daarmee een onmisbaar hulpmiddel bij het begrijpen van Veluwse dialecten, bijvoorbeeld in (oudere) dialectteksten. Maar het biedt ook zelfstandig leesplezier: telkens wordt men verrast door de rijkdom en zeggingskracht (en vaak ook humor) van het Veluwse dialect. Harrie Scholtmeijer (Kampen 1960) heeft publicaties op zijn naam staan over de dialecten van de Veluwe, Overijssel, Utrecht en Flevoland. Hij is als docent taalkunde en Nederlands verbonden aan het Instituut voor Gebaren, Taal en Dovenstudies van de Hogeschool Utrecht.