Fragment
‘Kom je voor de doden of voor jezelf,’ vroeg hij me in zijn bijna onverstaanbare Schots, toen hij me in zijn boot hielp. Het duurde even voordat ik zijn vraag begreep.
‘Maakt dat uit voor de prijs,’ was mijn tegenvraag.
Daar moest hij om lachen. Vervolgens wisselden we twee uur lang geen enkel woord. Ik zat daar maar met mijn rugzak op schoot. En toch had ik het gevoel dat we elkaar waren genaderd. Misschien had dat vooral te maken met de kleine boot, waarin we relatief dicht in elkaars nabijheid verkeerden, in die enorme uitgestrektheid van de zee. Heel even leek het of het nooit anders geweest was dan dit: wij tweeën dobberend in een prelinguaal niemandsland van water.
×