Samenvatting
15 oktober 1894 werd Alfred Dreyfus, kapiteinin het Franse leger, jood en geboortig uit de Elzas, door een krijgsraad schuldig bevonden aan hoogverraad, gedegradeerd en levenslang verbannen naar het Duivelseiland, de zwaarste straf die kon worden opgelegd. Wat thans iedereen weet, dat Dreyfus onschuldig was, werd pas erkend nadat de veroordeelde twaalf jaar het touw was geweest waaraan nationalisten en monarchisten met de generale staf als zwaargewicht de radicalen en socialisten over de streep van hun Derde Republiek hadden trachten te trekken, een krachtmeting die Frankrijk aan de rand van de burgeroorlog gebracht heeft. De hartstochten zijn hierbij zo hoog opgelaaid en hebben zo lang nagesmeuld dat geen der talrijke beschrijvingen van dit fantastische hoofdstuk uit de moderne' geschiedenis onpartijdig geweest is. Chapman geeft eindelijk een objectief, regel voor regel verantwoord verslag van de zo omstreden kwestie, waarin alle betrokkenen van tijd tot tijd het spoor volkomen bijster zijn, geweest. De mens van vandaag heeft actueler aanleidingen dan de verjaarde Dreyfusaffaire indien hij zich met kwesties van schuld en verraad wil confronteren; hij zal Chapmans beheerst betoog veeleer waarderen als de dodelijke vinger op een mentaliteit die de heiligheid van gevestigde instellingen en tradities boven de waarde van de persoon stelt. Als zodanig is het boek ronduit verbijsterend.