Samenvatting
In 'Wiskunde zonder omslag'(Prisma 203) beschreef prof. Sawyer de gewone, traditionele wiskunde zoals deze door scholieren, studenten, ingenieurs en wetenschapsmensen wordt bedreven. Hij liet ons toen zien dat deze schijnbaar saaie en dorre wetenschap gemakkelijker toegankelijk is en amusanter kan zijn dan men gewoonlijk denkt. In dit nieuwe boek echter ligt de nadruk niet zozeer op die takken der wiskunde die in de praktijk van het dagelijks leven een zeer belangrijke functie hebben, maar op mogelijkheden en problemen van wetenschappelijke aard die in het algemeen heel interessant en boeiend kunnen zijn. Naast een algemeen overzicht van de wiskunde, gaat het hier om het vreemde, verrassend nieuwe en schijnbaar onmogelijke dat met wiskunde kan worden bereikt. De inleiding tot de verschillende onderwerpen wordt gevormd door enkele essays over schoonheid en macht en een fijnzinnige analyse van de geestelijke hoedanigheden waarover de mathematicus moet kunnen beschikken. Prof. Sawyer toont ons daarin wat de mathematicus met de wiskunde kan doen, wat de relatie is tussen de beoefening van de wiskunde louter om de wiskunde zelf en de wiskunde in dienst van de technische en maatschappelijke vooruitgang, en wat de mogelijkheden van de wiskunde zijn, hoe deze wetenschap evolueert, en waarom er op dit gebied steeds nieuwe ontdekkingen komen.