Samenvatting
Asimov is ook in ons land al genoegzaam bekend door diverse publikaties in de Prisma-reeks. Hij is niet alleen een voorstaand schrijver van science fiction, maar ook en misschien vooral een hogelijk gewaardeerd popularisator van natuurwetenschappelijke onderwerpen, die hij dan ook op briljante wijze weet te beschrijven. In dit boek behandelt hij niet een bepaald gebied, maar houdt hij als het ware een strooptocht door het gehele rijk der natuurwetenschap op zoek naar de merkwaardige rol van zeer grote (of zeer kleine) getallen, en vooral naar de sensationele ontdekkingen die wij kunnen doen als we de kansrekening gaan toepassen op levende wezens, vooral op onszelf. Uiteraard heeft Asimov die onderwerpen gekozen welke de "algemene lezer met een onderzoekende geest" (voor wie hij, naar zijn eigen woorden, schrijft) het best aanspreken. Daaronder zijn er die handelen over radioactiviteit en de grote rol die het spoortje radioactief kalium in ons lichaam speelt. Andere handelen over het onvoorstelbare grote aantal verschillende wijzen waarop menselijk eiwit kan zijn opgebouwd, over de vernuftige methoden waarmee de bouw van hemoglobine en insuline zijn ontrafeld. In een ander hoofdstuk vraagt hij ons, of wel normale mensen bestaan. Het verbluffende antwoord is: neen. Vervolgens, wat zegt de kansrekening over de kansen die het leven heeft gehad om te ontstaan en zich te ontwikkelen, en welke uitvindingen het in de loop der evolutie heeft kunnen doen. Enzovoort.
Een prachtboek voor alle liefhebbers van populair natuurwetenschappelijke lectuur, omdat zij hier de zaken vanuit een geheel andere hoek krijgen opgediend, namelijk die waarin de grote rol van "kans" en "toeval" in de natuur de volle aandacht krijgt.