Samenvatting
Natuurkunde of fysica is de wetenschap die zich bezighoudt met de natuur in haar meest abstracte vorm. In de Oudheid begonnen als een meer beschouwelijke wetenschap, is de natuurkunde de laatste vijf eeuwen steeds meer haar stempel op de samenleving gaan drukken. Zij vormt een belangrijke grondslag voor andere wetenschappen, maar is vooral van belang door haar invloed op de techniek.
In dit boek wordt 'het verhaal' van de natuurkunde op uiterst boeiende wijze verteld. Het begint met de wiskundige en sterrenkundige speculaties van de oude Grieken. Zij zochten de veranderingen in de natuur ten slotte in de natuur zelf en niet meer in van buiten af ingrijpende goden. De natuurfilosofen werden gevolgd door meer verfijnde denkers.
Het denken van Plato en Aristoteles heeft de filosofie van de natuur zeer lang beheerst. Pas in de 17e eeuw schudde men het aristotelische juk af (Galilei, Descartes, Newton) en kwam het 'experiment'. De 20e-eeuwse kwantummechanica doet weer afstand van het determinisme van de natuurverschijnselen, dat kenmerkend was voor de klassieke mechanica van Newton.