Samenvatting
De Nederlandse economie heeft de laatste tien jaar een opmerkelijke 'come back' gemaakt. Terwijl amper 15 jaar geleden internationaal vooral de 'Dutch disease' de aandacht trok, overheerst thans alom bewondering voor de prestaties en dynamiek van het 'poldermodel'. In dit boek wordt deze hernieuwde dynamiek van de Nederlandse economie geanalyseerd tegen de achtergrond van de ontwikkelingen sinds 1870. Typisch Nederlandse trekken waren het grote gewicht van de multinationale ondernemingen, de overlegeconomie tussen vakbeweging, werkgevers en overheid, en de sterk gereguleerde arbeidsmarkt.
Industrieel grootbedrijf, arbeidsmarkt en welvaartsstaat als geheel kwamen in de jaren zeventig echter in de problemen. Noodzakelijke aanpassingen in de economische politiek en in de institutionele structuur van de economie legden in het begin van de jaren tachtig de basis voor een heel ander type economische ontwikkeling. Deze is gebaseerd op de groei van het midden- en kleinbedrijf, een terugtredende overheid en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd liepen de investeringen in Research & Development terug en nam de groei van de arbeidsproductiviteit af.
Als eerste economisch-historicus maakt de auteur de balans op van de economische ontwikkelingen van de 'lange twintigste eeuw': hoe succesvol is de Nederlandse economie geweest, en wat zijn de marges voor structurele verandering in dit fin de siècle, waarin de Europese Unie een steeds belangrijkere bron van institutionele experimenten is geworden?
Jan Luiten van Zanden is hoogleraar aan de Universiteit Utrecht.