Samenvatting
Het is waarschijnlijk nooit eerder in de geschiedenis van een wetenschap voorgekomen dat de grondslagen ervan zo vol komen en in zo korte tijd werden herzien als die van de natuurkunde omstreeks 1920. Niels Bohr gaf in 1913 een krachtige stoot in de richting van de moderne natuurkunde toen hij de quantum"hypothese' toepaste op het atoommodel van Rutherford. Het is op dit moment nog maar moeilijk te begrijpen hoe revolutionair deze gedachte op dat ogenblik was. Bohr gaf echter niet alleen de stoot tot de moderne atoomtheorie, hij herkende ook de implicaties van deze ontwikkeling. Hij wees met nadruk op de betekenis van het feit, dat er geen enkele waarneming mogelijk is die het object niet op de één of andere manier beïnvloedt en wel in een mate die niet volledig kan worden vastgesteld. Hier ligt het belangrijkste breuk punt tussen de moderne fysica en de klassieke natuurwetenschap en komt een gezichtspunt naar voren dat evenzeer betrekking heeft op belangrijke vraagstukken uit de biologie en de psychologie als op de quantenmechanica.
De vier essays die hier zijn samengebracht, werden voor het eerst in 1934 gepubliceerd. Een heruitgave is echter niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats gerechtvaardigd door hun historische waarde. De gedachten die hier worden ontwikkeld, zijn nog steeds actueel en een onderwerp van discussie, terwijl ze in een vorm zijn gegoten die ook buiten de kring van fysici begrijpelijk is.