Fragment
“Hij had zich op zijn achttiende jaar niet kunnen voorstellen dat herkenning door vreemden zelfs een lichte irritatie bij hem zou kunnen oproepen, een mengeling van trots en afkeer, omdat hij langzamerhand vervelend vaak herkend werd. Door jonge en oudere meiden vooral, maar ook door verzopen, suf gerookte discotijgers en de steeds verjongende groep Spaanse versierders die in de vroege morgenuren na zijn optreden al de achtergebleven vakantiegeile vrouwen opraapten die moederziel alleen, of met zijn tweeën, of nog wel meer, in het zachtrode, niet meer hels flikkerende, stroboscopische licht -‘aan het eind rustige kleuren, Bram’, verordonneerde zijn baas- waren overgebleven.”
×