Fragment
DE EERSTE GENERATIE
Niet ver van de Afarwoestijn, in wat nu Ethiopië heet, liep een hominide naar de rivier want hij had een enorm gevoel van dorst. Er stond een zo keiharde wind die langs de ernaast gelegen berg waaide dat de hominide bang was dat hij de rivier in zou waaien. Onwillekeurig tuitte hij zijn lippen en zijn gehaaste ademhaling liet hem daardoor een fluitend geluid voortbrengen. Ineens besefte de hominide ...... De hominide besefte dat zijn geblaas door zijn getuite lippen ...... De hominide besefte dat hij ...... De hominide besefte dat hij het geluid van de wind imiteerde ...... Hierop begon hij heel hard te blazen, net zo lang tot hij een gierende stormwind kon reproduceren. En zo bleef hij oefenen en oefenen, af en toe zijn mond vochtig makend met een handje water uit de rivier. Het kan zijn dat die tocht naar de rivier in werkelijkheid enkele jaren langer duurde dan hier wordt gesuggereerd, maar het besef dat wind niet veel bijzonders was, dat je daar niet bang voor hoefde te zijn, dat het niet meer was dan wat geblaas vanuit je eigen keel, drong toch relatief snel tot hem door. Noem het Goddelijke voorbestemming of gewoon toeval, maar net op het moment dat de hominide een zuivere fluittoon kon voortbrengen keek hij onwillekeurig langs de berg naar boven en plots viel zijn oog op een gedaante die uit de lucht leek te zweven. Het schouwspel was zo feeëriek dat zijn adem in zijn keel stokte. In tegenstelling tot hem en zijn soortgenoten liep ze, want het was overduidelijk een wijfje, rechtop. Wist men in die tijd veel dat dit door een genetische afwijking kwam die alle latere generaties zouden teisteren, veelal gepaard gaand met hevige rugpijnen? Maar wat een postuur, ondanks haar lengte van 110 centimeter. Welk een trots, of in het plaatselijke dialect, welke lucy straalde ze uit, nog verhoogd door een prachtig schitterende hartachtige steen die ze aan een rafelig koordje om haar nek droeg. Pas toen ze hem tot op een meter was genaderd was hij weer in staat om uit te ademen. En voor het eerst op deze planeet klonk een door een mensachtige voortgebrachte fluittoon van een hoge zuiverheid. Het wijfje wist niet wat ze hoorde. Zoals hij door haar verschijning leek te zijn betoverd was zij het door zijn “muziek”.
×