Samenvatting
Van moordenaar tot rabbi biedt de lezer een kijkje in Joods Amsterdam rond 1800. In die periode was Mokum een van de meest vitale centra van Joods leven in Europa. De auteur, de in Jeruzalem woonachtige Jaap Colthof, zelf afstammeling van diverse hoofdfiguren uit deze studie, voert ons mee langs unieke plekken in en om de hoofdstad, zoals een lang vergeten sjoel op de bovenste verdieping van het Rembrandthuis, de begraafplaatsen voor arme en welgestelde Joden in respectievelijk Zeeburg en Muiderberg, en de Schotse Zendingskerk waar men erop uit was zo veel mogelijk Joden tot christen te bekeren. De zendingsdrang onder protestanten zette veel kwaad bloed bij de Joodse gemeenschap en leidde zelfs tot een moordaanslag op een vooraanstaande dominee. De dader, Samuel Abraham Hirsch, zou later als geleerde hoog aanzien genieten. Naar hem verwijst de titel van deze uitzonderlijke schets van een vervlogen tijd. Een tijd waarin Amsterdam bruiste van Joods leven met opmerkelijke figuren, zoals de grootmoeder van Karl Marx, getrouwd met de aartsconservatieve opperrabbijn Jacob Mozes Löwenstamm, orthodoxe activisten – fel gekant tegen iedere vorm van assimilatie – die met roddel en achterklap hun tegenstanders bestreden, en Abraham Prins, medeoprichter van Pekiediem en Amarkaliem, een Joodse liefdadigheidsorganisatie gericht op het welzijn van arme Joden in het Heilige Land. Een van ’s werelds oudste ngo’s die nog steeds operationeel is. Dit boek is een met liefde geschreven nostalgische tijdreis,gebaseerd op jarenlang onderzoek van de auteur, die hiermee voor zijn eigen dierbare voorouders een klein monument heeft gecreëerd.