Samenvatting
220 jaar geleden, op woensdag 17 januari 1798, stond een tiental leerlingen te kleumen op de hoek van de Oude Kijk in 't Jatstraat en de Uurwerkersgang. Zij kregen die dag voor het eerst tekenles van de Vlaamse kunstschilder Gerardus de San aan de Academie van Teken-, Bouw- en Zeevaartkunde. Deze academie was opgericht door zes Groningse burgers die zich zorgen maakten over het tekort aan goed geschoolde jonge mensen in de fabrieken, de scheepvaart en de koophandel. Dankzij de financiƫle bijdragen van 350 weldoeners kon de Academie dat jaar van start gaan. 220 jaar later is deze Academie uitgegroeid tot de Hanzehogeschool Groningen. Ter gelegenheid van dit lustrum schreef Marjan Brouwers Van meester tot master, waarin zij schetst hoe het hoger beroepsonderwijs in Noord-Nederland zich ontwikkelde aan de hand van de rijke historie van de Hanzehogeschool Groningen en haar rechtsvoorgangers. Al tijdens de Verlichting groeide de overtuiging dat onderwijs niet alleen bestemd moest zijn voor de elite, maar voor iedereen. Deze overtuiging leidde uiteindelijk tot de oprichting van de scholen die door de jaren het hoger beroepsonderwijs vorm gaven en jonge mensen uit alle lagen van de bevolking de kans gaven om zich te emanciperen en ontwikkelen. Dankzij het hoger beroepsonderwijs in Groningen vonden talloze ingenieurs, analisten, boekhouders, verkopers, onderwijzers en opzichters werk bij de nieuwe warenhuizen, op scholen en in ziekenhuizen, bij smederijen en in kledingzaken, op werven en schepen en natuurlijk in de nieuwe fabrieken van Scholtens bij Vierverlaten, van Tik Tak aan het Damsterdiep en van Fongers aan de Hereweg. Het centrale thema van het boek is emancipatie. Het hoger onderwijs zorgde ervoor dat steeds meer mensen uit alle lagen van de samenleving hoger onderwijs konden volgen. Ook het beroepsonderwijs zelf ontwikkelde zich in hoog tempo: van meester tot master!