Samenvatting
We lopen over een eeuwenoud pad van Heelsum naar Otterlo en ontmoeten onderweg hoogtepunten van de Nederlandse geomorfologie. We beginnen op sandr, klimmen over een stuwwal, steken een doorbraakdal over en eindigen in een glaciaal bekken. We klimmen over duinen, lopen door een uitgestoven laagte, langs fortduinen, streepduinen, en zoeken onze weg over een van de mooiste zandverstuivingen van Nederland: het Mosselse Zand. Onderweg bekijken we de relatie tussen deze fenomenen en de vegetatie: van het Ruige haarmos, pionier op stuifzand, tot de machtige beukenlanen rondom Reemst. We leggen de verbinding tussen wetenschappelijke rapporten over dit magnifieke stukje Nederland met soortenlijsten van honderden zeldzame planten en dieren, en wat de wandelaar al lopende onderweg ziet. Geen lange lijsten dus van planten die we in theorie zouden moeten zien maar niet kunnen vinden of niet weten te herkennen, maar aandacht voor wat we echt zien om ons heen op het gebied van geologie, geomorfologie, bodem, en vegetatie.