Samenvatting
Tijdens de Tweede Wereldoorlog dienden duizenden Nederlandse mannen en jongens bij verschillende Duitse krijgsmachtsonderdelen, onder meer bij de Waffen-SS. Door dienst te nemen in de krijgsmacht van een vreemde mogendheid, waarmee Nederland in staat van oorlog verkeerde, begingen zij een overtreding van de Wet op het Nederlanderschap en ingezetenschap van 1892. Veelal werden deze jongens en mannen hiervoor na de oorlog veroordeeld door het Bijzonder Gerechtshof en ontzet uit diverse burgerrechten. Waaronder ook het recht om voor de duur van tien jaar als militair te mogen dienen bij de gewapende macht. Toch komen al vrij snel na mei 1945 verhalen naar buiten over oud-SS’ers en andere militaire collaborateurs in het Nederlandse leger. Van Feldgrau naar Kaki en Olijfgroen beschrijft hoe een aantal (veroordeelde) militaire collaborateurs opnieuw onder de wapenen kwam bij de Koninklijke Landmacht.