Samenvatting
Frederik van Eedens roman 'Van de koele meren des doods' is een klassieker uit de Nederlandse letterkunde. Toen het pas verschenen was echter, werd de schrijver van alle kanten fel bekritiseerd. De algemene toon van de kritiek was dat de medicus, Van Eeden was behalve schrijver ook psychiater, meer aan het woord was dan de dichter. Van Eeden heeft geprobeerd zich te verdedigen tegen die kritiek in een voorwoord bij de tweede druk. Hierin protesteert hij er tegen, dat men zijn werk beschouwd had 'als de zielkundige studie van een min of meer pathologisch geval Dit is de banale opvatting van oppervlakkig-denkende en gevoelende lezers... Dit werk nu is geheel door kunstenaars-motieven ontstaan, en wetenschappelijke motieven zijn er ten enenmale vreemd aan gebleven. Hoezeer de schrijver ook moge tekort gekomen zijn in de uitvoering, de bedoeling was geen andere dan de weergave, het weder doen ondervinden, door anderen, van de zelf ondergane schoonheids-emotie.'
Men bleef echter nog jarenlang afwijzend staan tegenover het boek. Wat er duidelijk aan de hand was echter, was dat Van Eeden zijn tijd ver vooruit was. Voor de hedendaagse lezer, die over het algemeen vertrouwd is met de psychologische en naturalistische roman, hoeft er geen twijfel over de motieven van Van Eeden te bestaan en is het voorwoord met de verdediging dan eigenlijk ook overbodig geworden.
Frederik van Eeden (1860-1932) was arts, psychiater, romancier, dichter, wereldverbeteraar en nog veel meer. Hij was een van de medeoprichters van 'De Nieuwe Gids', de spreekbuis van de Tachtigers, en is vooral bekend geworden door de romans 'De kleine Johannes' en 'Van de koele meren des doods'