Samenvatting
Dat is een slag van malle Bram, ‘t Valt als een koe die poept, ’t kampt, zei Mietje, en ze lag van onderen, of een onderdoortje, een zwarte mere, een mariage en een stekertje. Het zijn allemaal uitdrukkingen en kaarttermen die de niet-ingewijde vreemd in de oren zullen klinken. De ervaren kaartspeler weet echter meestal wel wat er met deze plastische beeldspraak wordt bedoeld. Een groot aantal kaarttermen, spreekwoorden en uitdrukkingen zoals zijn kaarten tegen de borst houden, iemand een slag voor zijn, iemand voor joker zetten of zijn laatste troef uitspelen hebben bovendien in de loop der tijd ook de Nederlandse woordenschat verrijkt. Het is de auteurs gelukt een zo compleet mogelijke inventarisatie van de in Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika bekende kaarttermen te realiseren en daarmee ook een indruk te geven van het kaartspel als onderdeel van de volkscultuur in de desbetreffende gebieden. De terminologie van bridgespel en die van het poker werden buiten beschouwing gelaten, aangezien het hier in overgrote meerderheid Engelstalige termen en uitdrukkingen betreft. Van aaszak tot zwabber is niet alleen een woordenboek voor de kaartspeler maar ook voor de taalliefhebber en voor iedereen die belangstelling heeft voor de volkscultuur in Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika. Rien van den Broek (*1936) was als germanist verbonden aan de Letterenfaculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij is spreekwoordenonderzoeker en publiceert regelmatig over allerlei taalverschijnselen. Ad Kerstens (*1947) was docent Nederlands in het voortgezet onderwijs en jarenlang voorzitter/secretaris van de commissie Communicatie Nederlands van de Associatie voor Praktijkexamens.