Samenvatting
Herman van Maarle, de enige zoon van schipper Van Maarle en Ida, wordt wonderlijk gered door Petrus Piet van Peggelen als hij, meegevoerd door ijsschotsen, in open water dreigt te verdrinken. Petrus, die door schipper Van Maarle aan boord was genomen als een verstoten jongen, wordt een trouwe matroos en vriend van de schipper op de Goede Hoop.
Herman gaat studeren in Leiden, maar door verkeerde vrienden verleid, verkwanselt hij in het uitgaansleven het geld van zijn vader. Zijn vader wil hij niet spreken, als deze hem in de studentenstad opzoekt. Om geld te bemachtigen, wordt hij een valsspeler. Eenmaal door een Amerikaanse studiegenoot betrapt, raakt hij aan lager wal in Amsterdam. Als Petrus hem daar vindt, wordt hij als een verloren zoon door zijn vader thuisgehaald. Zijn gezondheid is geknakt, maar vergeving mag hij ontvangen.