Samenvatting
Wanneer Arkadi Kirsanov op het landgoed van zijn vader komt logeren, samen met een studievriend, is dat het begin van een reeks botsingen en liefdesgeschiedenissen. Toergenjev laveert met Vaders en zonen tussen dandy’s en boeren, dienstmeiden, lijfeigenen en landheren, om te beschrijven waar vele anderen dikke romans voor nodig hadden: dat vroeger niet alles beter was, maar slechter evenmin. Het verhaal gaat dat Toergenjev, toen hij bij de slotregels van Vaders en zonen was aangekomen, het blad van zich af moest schuiven omdat anders zijn tranen de inkt onleesbaar zouden maken. Het laatste hoofdstuk is niet alleen de ontroerendste maar ook beste passage van dit onbetwiste meesterwerk, of misschien zelfs van de hele Russische literatuur.