Fragment
De deur van de patatzaak was altijd open en de muziek was van ver te horen. De jeugd werd aangetrokken door de nieuwste hits en niet te vergeten, het eten. Ze waren verdeeld in wat wij noemden Vetkuiven en Sjorsklanten.
De Vetkuiven reden voornamelijk op een Kreidler of een Zundapp. Die brommertjes behoorden tot de categorie ‘Buikschuivers’, die deze naam te danken hadden aan het doorlopende zadel. Het zadel was namelijk een lang zitgedeelte waar je helemaal achterop kon zitten. Om te sturen moest je dan plat op je buik. De naam ‘Buikschuiver’ was geboren.
De Sjorsklanten reden op een Puch of een Tomos. Deze modellen hadden een korter zadel. Op dat zadel zat je rechtop. Het stuur was meestal hoger zodat je met je armen omhoog moest sturen. Alles draaide om de Easyrider-zit. Bij deze rijders ging het meer om de uitstraling en het comfort dan de snelheid. De muziek-voorkeuren van de Vetkuiven waren de bekende Stones en alle hardrock-stijlen die erbij hoorden.
Bij de Sjorsklanten werd naar de Beatles en de meer melodieuze songs geluisterd. De Vetkuiven noemden dit “het slappere werk voor de softies”. De Sjorsklanten op hun beurt vonden die “teringherrie” van de rock maar niets.
×