Samenvatting
De Venezolaanse revolutionair Rafael Simón Urbina (1897-1950) zaait dood en verderf bij zijn overval op het Waterfort, waarmee hij zijn niet-aflatende strijd tegen dictator Juan Vincente Gómez in zijn thuisland wil bekostigen. De buit – wapens en geld – valt echter tegen. Met zijn manschappen eenmaal terug op Venezolaanse bodem, loopt ook déze couppoging weer op een mislukking uit. Maar Urbina toont veerkracht en is onvermoeibaar. Welke ideologie drijft hem toch? En welke teisterende leegte wil hij vullen? ‘Urbina had alle gestolen vuurwapens, uiteraard zonder patronen, in die hut op een hoop laten gooien. Hij stapte de hut binnen met een Nederlandse vlag die hij voor de verbijsterde gevangenen aan stukken scheurde. Hij mikte de lappen stof op de grond en beval: “Poetsen! Ik wil die wapens brandschoon hebben! Zo niet, dan laat ik jullie overboord zetten.”’ Urbina is meer dan een historische roman. Het is intrigerende en pakkende ‘faction’: historische feiten door fictie ingekapseld. Ook Urbina’s wapenbroeders, sympathisanten en vijanden krijgen in dit boek met verve hun particuliere rollen toebedeeld. En niet in de laatste plaats de Nederlandse regering, die haar kolonie in de West vakkundig in een spagaat weet te brengen. Venezolaanse aardolie wordt grootschalig geraffineerd op Curaçao, waar Venezolaanse dissidenten couppogingen smeden om 80 mijl zuidwaarts ten uitvoer te brengen. En begon in 1812 ook Simón Bolívar niet zijn revolutie vanuit Curaçaose ballingschap? Dictator Juan Vincente Gómez stelt de vraag die gesteld moet worden: ‘Hoe is het mogelijk dat die Hollanders op Curaçao het toestaan dat een heel leger zich op hun eiland vormt met als doel mij omver te werpen?’ Met Urbina breidt de Curaçaose schrijver Eric de Brabander (1953) zijn toch al bont geschakeerde oeuvre uit met een boek dat onvermoed actueel is voor de Zuid-Caraïbische regio. Ook nu weer, anno 2023, kent Venezuela een misdadig regime en herbergt Curaçao veel Venezolaanse dissidenten en vluchtelingen. Het grootste buurland van het Koninkrijk der Nederlanden blijft nog altijd een grillige regionale rol spelen.