Samenvatting
Henk van Rinsum geeft in zijn boek een diepgaande beschrijving van het koloniale verleden van de Universiteit Utrecht vanaf haar stichting in 1636. Hij beschrijft de ontwikkeling van (wetenschappelijke) kennis en kennisoverdracht over en in de Nederlandse kolonies, met name in Nederlands-Indië. De rode draad in zijn boek is het idee van Westerse superioriteit, de vooronderstelling dat Wij ‘ontwikkeld’ zijn en dus modern en de Ander in de kolonies ‘(nog) niet ontwikkeld’ en dus primitief of traditioneel. Dit koloniale verleden is ook het kader waarin de Universiteit Utrecht betrokken raakte bij slavernij en de afschaffing daarvan. Henk van Rinsum laat zien hoe de kennis verworven in de kolonie tevens heeft bijgedragen aan de wetenschapsontwikkeling aan de eigen universiteit. Zijn boek vormt daarom een belangrijke bijdrage aan zowel de koloniale als de intellectuele geschiedenis.