Samenvatting
Deze titel beschrijft een pionierend onderzoek naar het geldende recht bij conflicten tussen onmiddellijke voorzieningen en contracten van rechtspersonen. Domineert de overeenkomst of de voorziening? Of ontbreekt er een rangorde van rechtsplichten? De titel geeft uitgebreid antwoord op deze centrale vragen. In een overnamegeschil kan de Ondernemingskamer de rechtspersoon verbieden om een aandelentransactie na te komen. Dit gebeurt bij onmiddellijke voorzieningen. Zo#n verbod confronteert de rechtspersoon met conflicterende rechtsplichten: hij kan niet gelijktijdig voldoen aan de voorziening én de overeenkomst. Als de Ondernemingskamer een bestuurder schorst en hem zijn aanspraak op bezoldiging ontzegt, treedt een vergelijkbare botsing van rechtsplichten op. De onmiddellijke voorziening botst met een arbeidsovereenkomst of een managementovereenkomst. Onmiddellijke voorzieningen en hun externe werking verkent de grenzen van de bevoegdheid van de Ondernemingskamer. De titel geeft bovendien aanbevelingen voor het treffen van onmiddellijke voorzieningen. De uitgave biedt handvatten voor het bepalen van een doelmatige proceshouding in enquêteprocedures en contradictoire procedures over contracten. De auteur behandelt daarvoor de enquête-, verbintenis-, proces- en arbeidsrechtelijke aspecten die relevant zijn bij dit vraagstuk. Kortom: heeft u regelmatig te maken met onmiddellijke voorzieningen en contracten van rechtspersonen? Dan is deze uitgave zeer bruikbaar voor u. Advocaten, rechters en wetenschappers die zich bezighouden met het enquêterecht hebben in het bijzonder baat bij de inzichten in deze uitgave.