Samenvatting
De eenzijdige focus op economische groei en werkgelegenheid in de laatste vier decennia heeft meer kwaad dan goed gedaan. De bestaanszekerheid van miljoenen werkenden staat inmiddels op de tocht. Zo’n één miljoen mensen in ons land leven onder de armoedegrens en vele miljoenen burgers hebben de een of andere toeslag of uitkering voor hun levensonderhoud nodig. In schril contrast daarmee staat de forse toename van het aantal miljonairs en miljardairs. De auteur bespreekt de diepere oorzaken van de scheefgroei en gaat op zoek naar een structurele oplossing. Hij ziet deze in een welvaartsdividend als buffer voor alle volwassenen, waardoor niemand meer in het moeras kan wegzakken. Zo’n welvaartsdividend kan gefinancierd worden door een rechtvaardiger en op draagkracht gebaseerde belastingheffing op alle bronnen van inkomsten in te voeren. Met een welvaartsdividend zou elke Nederlander voldoende bestaanszekerheid hebben. Daarmee zouden we tegelijkertijd ook alle sociale voorzieningen, heffingskortingen en aftrekposten kunnen afschaffen. Het risico op een vergelijkbare kwestie als de toeslagenaffaire, discussies over de hypotheekrenteaftrek e.d. behoren daarmee tot het verleden. Volgens de auteur zou de overheid als herverdeler van vermogen en inkomen met het welvaartsdividend de randvoorwaarde voor een sociaalliberale, inclusieve en rechtvaardiger samenleving realiseren. En tegelijkertijd meer ruimte creëren voor talentontwikkeling, ondernemerschap en existentiële vrijheid voor iedereen.