Fragment
uit:
Zwangerschap Was het voor jou ook zo'n schok toen je te horen kreeg dat er een tweeling op komst was? Opeens word je geconfronteerd met de meest uiteenlopende gedachten en gevoelens. In eerste instantie denk je misschien vooral aan praktische zaken, zoals de ruimte in huis en de spullen die je nu in tweevoud moet aanschaffen. Misschien moet er wel een grotere auto komen of moet je zelfs op zoek gaan naar een ruimere woning.
In tweede instantie denken veel ouders aan de drukte die gaat komen. Er schiet van alles door je heen. Overal lees je dat een tweeling wel erg druk is. Dus hoe moet je dat straks gaan combineren met je werk? En hou je dan nog wel tijd en energie over voor andere dingen?
'Ik was heel erg geschrokken. Ik had al diverse miskramen achter de rug en ging met zeven weken zwangerschap naar het ziekenhuis om te kijken of het deze keer nog goed ging. Ik was erg zenuwachtig en hoopte natuurlijk op goed nieuws. Toen de echoscopiste heel lang op het scherm bleef kijken, raakte ik nog meer gespannen. Ze haalde er iemand bij waardoor ik dacht dat het niet goed was. En toen hoorde ik dus dat er twee kleintjes zaten... Ik kon het niet geloven, daar had ik nooit op gerekend!' Als je enigszins aan het idee gewend bent geraakt, volgt er een tijd waarin je geduldig moet afwachten hoe de zwangerschap verder zal verlopen. Een tweelingzwangerschap brengt extra zorgen met zich mee vanwege de verhoogde kans op complicaties. Daarom zal je zwangerschap en de bevalling worden begeleid door de gynaecoloog. Je kunt dus niet thuis bevallen.
Tip: vraag in het ziekenhuis of er rond twaalf weken een echo kan worden gemaakt om er achter te komen of er een tussenschot aanwezig is.
Aan het begin van de zwangerschap tot circa 14 weken is over het algemeen goed zichtbaar of er sprake is van een zogenaamd 'tussenschot'. De aanwezigheid van een tussenschot betekent dat de foetussen aparte vruchtvliezen hebben. En dat is goed nieuws! De risico's tijdens de zwangerschap zijn dan namelijk een stuk kleiner.
uit:
Tweelingpeuter Hoe ouder ze worden, hoe meer de eigenheid van je kinderen zichtbaar zal worden. Waarschijnlijk zagen jullie als ouders direct na de geboorte al duidelijke verschillen tussen je kinderen. Maar nu ze ouder worden, gaan die verschillen ook voor buitenstaanders steeds meer opvallen. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor hun uiterlijke kenmerken. Ook de verschillen in karakter vallen steeds meer op. Hierdoor zullen je kinderen nu nog meer met elkaar worden vergeleken.
’Toen ze nog in mijn buik zaten, kon ik hun karaktertjes al uittekenen. Een pittige dame die alles tot zich neemt en die haar broertje in een hoek drukt. In eerste instantie letterlijk in de baarmoeder en nu figuurlijk in real life. Broerlief is een lieverd in alle opzichten. Hij geeft zijn zus graag alle eer.’ Tijdens de peuterfase worden je kinderen zich er meer van bewust dat ze twee aparte individuen zijn, met eigen gevoelens en eigen gedachten. Je peuters willen niet meer dat jij alles voor hun bepaalt. Ze willen hun eigen keuzes maken en vooral steeds meer ’zelf doen’. En dat is maar goed ook. Het is namelijk heel gezond dat je kinderen zich geleidelijk van jou als ouder gaan losmaken.
Bij tweelingkinderen is er sprake van dubbele losmaking. Zij moeten namelijk niet alleen loskomen van hun ouders, maar ook van elkaar. Hierdoor verloopt het losmakingsproces bij tweelingen anders dan bij eenlingen. In de regel hebben tweelingkinderen meer tijd nodig om op eigen benen te gaan staan. Ze zijn meestal nog wat langer afhankelijk van hun ouders of van elkaar.
Tip: Vraag je ouders of schoonouders of ze bij toerbeurt wekelijks met één van je kinderen een activiteit willen ondernemen, bijvoorbeeld naar het zwembad of de kinderboerderij gaan. Zo creëer je voor je kinderen letterlijk ruimte om los te komen van elkaar.
Hoe het losmakingsproces bij jouw tweeling zal verlopen is niet te voorspellen. Het verschilt namelijk per tweeling en per kind. Sommige tweelingen individualiseren zich relatief gemakkelijk, terwijl andere tweelingkinderen hier meer moeite mee hebben. De opvoeding kan hierbij misschien een rol spelen, al kun je de losmaking van je kinderen niet forceren. Sommige tweelingen hebben er nou eenmaal veel behoefte aan om samen te zijn en daar kun je niet zoveel aan doen.
Laat je kinderen bij de kinderopvang of later op school niet uit elkaar plaatsen als ze hier nog niet aan toe zijn. Geef ze de ruimte om zelf te bepalen op welke manier en in welk tempo ze op eigen benen gaan staan. Je kunt je kinderen wel stimuleren in hun onafhankelijkheid door ze in hun vertrouwde omgeving wat vaker uit elkaar te halen, voor zover ze dat toelaten. In het volgende hoofdstuk kom ik hier nog op terug.
×