Samenvatting
Johan Buursink (1908 - 1993) was een Twentse schrijver en voorvechter van de Twentse taal. Als onafhankelijke tekstschrijver moest Buursink rond zien te komen van zijn publicaties. Er is dan ook een flinke hoeveelheid werk van zijn hand beschikbaar. Om de Twentse taal als cultuurtaal vast te leggen en te behouden, schreef hij over allerlei mogelijke onderwerpen: gedichten, verhalen, toneelstukken en verhalen over mode en linnengoed. Volgens Collega-schrijver Gerard Vloedbeld was Buursink “van alle Twentse auteurs het meest literair en de beste prozaschrijver.” Voor de Twentse Courant schreef Buursink tussen 1963 en 1966 een vaste rubriek getiteld “Twents Abecedarium”, waarin hij in alfabetische volgorde de Twentse taal behandelde, gelardeerd met voorbeelden, spreekwoorden en zegswijzen. Tesamen vormen deze artikelen een uniek naslagwerk van de Twentse taal. De eerste serie van deze artikelen verschijnen met dit boek nu voor de eerste keer gezamenlijk in druk.