Samenvatting
In Tussen Leger en Maatschappij, Militaire muziek in Nederland 1819-1923 staat de positie van de militaire muzikant centraal. Zijn plaats was gedurende de negentiende en vroeg twintigste eeuw een bijzondere, vaak ook wankele, tussen de militaire organisatie met haar strakke hiërarchie en de civiele wereld van de muziek, waar een geheel andere cultuur heerste. Een militaire organisatie die enerzijds de muzikant om praktische redenen en ook wel ten behoeve van het imago van de krijgsmacht waardeerde, maar anderzijds niet bereid was hieraan veel geld te spenderen. Pas rond 1900 begon de Tweede Kamer zich met de positie van de onderofficier, en daarmee ook de militaire muziek, bezig te houden. Dat betekende overigens niet dat de muzikant er op vooruitging. Inkrimping van de muziekkorpsen was het hoofddoel. De Nederlandse militaire muziek was gedurende de negentiende eeuw innovatief en invloedrijk, zeker als het gaat om de mate van landelijke spreiding. Maar vanwege zijn militaire status kon de muzikant moeilijk emanciperen. In militaire zin bleef zijn status laag en kwetsbaar in tijden van bezuiniging. Deze studie is de eerste gedetailleerde inkijk in de wereld van de Nederlandse militaire muziek in de negentiende eeuw, waarbij zowel naar repertoire, instrumentarium als naar de sociale en militaire positie wordt gekeken.