Samenvatting
De toegenomen aandacht voor integriteit kan men nog het beste bezien als onderdeel van een omvattender beroepscultuur in een verhard en kil maatschappelijk klimaat, waarin integriteit, als kernwaarde van het professionele handelen, niet meer vanzelfsprekend is. Er zijn voorbeelden te over.
Aandacht voor wetenschappelijke integriteit past geheel in deze ontwikkeling. Maar wat is nu eigenlijk wetenschappelijke integriteit? Is het van belang om er zoveel aandacht aan te besteden? Om welke problemen gaat het? Is er iets bekend over aard en omvang van het probleem ? In dit boek verkent Kees Schuyt het begrip 'integriteit', beschrijft gevallen van fraude en andere vormen van oneerlijk gedrag in de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek en formuleert een expliciete norm wanneer sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit. Hij gaat in op vragen over plagiaat en bestrijdt genuanceerd de opvatting dat zelfplagiaat (hergebruik van eigen teksten) als wangedrag moet worden gezien. Ook beantwoordt hij de vraag hoe de wetenschappelijke houding, waar integriteit een onderdeel van vormt, het beste kan worden overgedragen aan studenten en jonge generaties onderzoekers.
Dr. mr. Kees Schuyt is emeritus hoogleraar in de sociologie aan de UvA. Hij was voorzitter van de KNAW-commissie die in september 2012 het rapport over wetenschappelijke integriteit publiceerde: Zorgvuldig en integer omgaan met wetenschappelijke onderzoeksgegevens. Van mei 2006 tot december 2014 was hij voorzitter van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI).