Samenvatting
Leed en narigheid zijn van alle tijden. En vaak is er maar één ding tegen te doen: je eigen houding veranderen, innerlijk weerbaar worden. Voor Seneca kan dat alleen langs de weg van de rede. In twee puntige essays levert hij rationele argumenten om ellende het hoofd te bieden.
Troost schreef Seneca in de jaren dat hij was verbannen naar Corsica (41-49). Hij spreekt zijn moeder Helvia moed in en betoogt tegenover haar dat ballingschap helemaal niet erg is. Een wijs man is overal thuis, is zichzelf altijd genoeg, is sterk en onafhankelijk. In Volharding, dat uit zijn laatste jaren dateert, slaat Seneca een nog fer¬mere toon aan. Tegenspoed is juist iets goeds, zegt hij, omdat een mens zich daardoor kan bewijzen. Wie veel voor zijn kiezen krijgt is een lieveling van de godheid: hij mag zijn kwaliteiten laten zien.
Seneca’s wijsheden blijven onverminderd relevant. Hij biedt een helder perspectief, ook voor lezers van vele eeuwen later.