Fragment
Hoe zat het met Trienet? Wat was weg dat er was toen we pubers waren?
Zij, het meisje dat stil verafgoodde. De grote broer van haar vriendin die ze niet alleen heimelijk beloerde maar waarover ze fantaseerde, waaraan ze zich gaf tot het ook daadwerkelijk gebeurde.
Wat ging er door haar heen nadat mijn vriendin haar uitnodigde en zij getuige was, aanwezig bij ons spel en zij zonder ervaring? Deed het pijn geen deel te hebben, te moeten toezien bij wat ze zelf graag wilde? Ik had haar kunnen betrekken, ze zou zich niet hebben verzet maar integendeel genoten, tenminste van de aandacht.
Ik had haar door elkaar geschud, niet ik maar mijn bestaan, het simpele feit dat ik was. Zij kon er niets aan doen en ik evenmin.
Ze kwam bij ons thuis, ruim drie jaar jonger, en raakte verliefd wat ik wist, het was niet te negeren. Ze zou hebben gedaan, wat ik ook vroeg. Die macht liet zij mij; ze wilde niet liever.
Ook toen was ik niet vrij van medelijden om hoe ze naar me keek, wat niet betekende dat ik niet van haar hield. Het werd gewekt door haar voorzichtige oogopslag, haar wegkijken zodra ik mijn aandacht op haar vestigde. Trienet durfde niet hoe graag ze ook wilde.
×