Samenvatting
Geertruida Bosboom-Toussaint (1812-1886) staat bekend als succesvol auteur van historische romans met een sterk religieuze inslag, die zich een plaats veroverde in de literaire wereld dankzij haar talent, haar contacten en haar 'mannelijke' aanpak. Dit beeld is vooral gebaseerd op het oordeel van kenners als E.J. Potgieter, C. Busken Huet en H. Reeser. Een onderzoeksmethode die vanuit het hedendaags historisme teksten uit de canon deconstrueert, onthult Bosboom-Toussaint als een vrouw die zich via haar literaire werk verzette tegen de contemporaine cultuur. Haar oeuvre (met klassiekers als Het huis Lauernesse, Mejonkvrouwe de Mauléon en Majoor Frans) beantwoordde aan eigentijdse verwachtingen, maar bevatte ook subversieve aspecten. Deze schuilen in bekritiseerde kenmerken als overdreven beeldspraak, romantische nevenintriges, breedsprakigheid, androgynie en travestie. Annemarie Doornbos laat zien, dat Bosboom-Toussaint een scherp oog had voor de positie van vrouwen en worstelde met de algemeen geaccepteerde opvattingen over hun plaats en taak.
Dit boek is het eerste dat verschijnt onder het imprint Literatoren, speciaal bedoeld voor studies over moderne Nederlandse letterkunde en studies met een literatuurwetenschappelijke benadering.