Fragment
Magische krachten: de toverlagen van verhalen
“Als je een schip wilt bouwen, trommel dan geen mensen bij elkaar om voor hout te zorgen, orders te geven en het werk in te delen, maar roep in hen het verlangen wakker naar de uitgestrekte, eindeloze zee.”
- Antoine de Saint-Exupéry
Verhalen hebben een magische werking. Ze slepen je mee in situaties waarmee elk mens vroeg of laat in aanraking komt. Ze verbinden je met heden en verleden, en met de mensen om je heen. Ze zetten je verbeelding aan het werk.
Die kracht om je lezers volledig op sleeptouw te nemen is wat verhalen onderscheidt van zakelijke informatie. Die kracht kan zelfs revoluties veroorzaken of wereldbeelden doen kantelen. Het boek De negerhut van Oom Tom van Harriet Beecher Stowe uit 1852 had in Noord-Amerika een enorme invloed op de heersende opvattingen over de slavernij.
Verhalen kunnen enorm besmettelijk zijn. Terroristische organisaties gebruiken verhalen als een succesvol middel om nieuwe aanhangers te werven. Maar ook kweken verhalen saamhorigheid en brengen ze sociale bewegingen op gang.
Wie een verhaal vertelt, beschikt over een onvermoede macht. Even lopen de gedachten van jou als de verteller synchroon met die van de toehoorder of lezer, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Door een verhaal te vertellen draag je gedachten en gevoelens over op het brein van degenen die naar het verhaal luisteren. Als we een verhaal horen, beleven we het ook echt in onze hersenen.
We beleven een verhaal niet alleen in ons hoofd, maar ook met ons lichaam. We krijgen bij een film zweetdruppels en hartkloppingen van angst, voelen ons onpasselijk worden of krijgen de tranen in de ogen van ontroering.
Het verhaal is de bril waardoor we naar de wereld kijken. We sturen de gedachten van anderen, met alle bijbehorende risico’s. He who tells the story rules the world, zeggen de Hopi Indianen.
Verhalen hebben al van oudsher een grote invloed op mensen. Onze overleving hebben we in de oertijd waarschijnlijk te danken aan verhalen over (mogelijke) gevaren die we zelf niet konden overzien. Toen we als mensen gingen samenwerken, maakten verhalen bovendien duidelijk wat we precies aan elkaar hadden.
Verhalen zorgden voor onderling vertrouwen. We kwamen dankzij verhalen op dezelfde emotionele golflengte, zodat we elkaar gingen begrijpen. Dankzij verhalen gingen we sympathie koesteren voor elkaar. Onderzoekers ontdekten dat we bij het vertellen van verhalen meer cortisol aanmaken, waardoor je extra aandacht of interesse krijgt in wat er gebeurt. Daarnaast komt het knuffel-hormoon oxytocine vrij, wat je empathischer maakt, en meer bereid om iets te doen voor een ander.
Het vertellen van verhalen zit diep in onze genen verankerd: we zijn een homo fabulans. Mensen houden van het luisteren naar of lezen van verhalen. We komen in onze kindertijd ermee in aanraking en kunnen er ons het hele leven niet meer van losmaken. Ik ontmoet regelmatig mensen die het luisteren naar verhalen van anderen de allermooiste kant van hun vak vinden, zoals kappers en wijkagenten. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor psychologen, coaches en andere hulpverleners: luisteren naar verhalen speelt een leidende rol in hun werk.
Maar de kracht van verhalen gaat nog veel verder. De meest inspirerende leiders uit onze geschiedenis waren rasvertellers: Steve Jobs, Nelson Mandela, Mahatma Gandhi, Martin Luther King en zeker ook de stichters van wereldwijde godsdiensten, zoals Jezus en Mohammed. Om hun idee te verpakken hebben ze namelijk een verhaal nodig. Het is moeilijk voor te stellen hoe ze hun idealen hadden kunnen verwezenlijken zonder verhalen.
Een verhaal raakt een diepere laag: het spreekt je linker- én rechterhersenhelft aan. Kennis-overdracht en emotie versmelten. Je lezer zit op het puntje van zijn stoel en wil verder lezen.
Tot slot hebben verhalen de eigenschap dat je ze gemakkelijk kunt doorgeven. Als twee personen samen een verhaal uitwisselen, hebben ze er na afloop allebei twee. Zo vermenigvuldigen verhalen zich. Ze worden doorgegeven, terwijl lezers of toehoorders er iets van hun eigen gading uitpikken en (al dan niet vervormd) doorgeven. Over magie gesproken!
De term verhalen wordt in veel betekenissen gebruikt. Sprookjes, mythen en romans vallen natuurlijk onder deze noemer, maar moppen en anekdotes behoren er eveneens toe.
In dit boek bedoel ik een verhaal dat méér is dan een slogan of sfeerbeeld. Een verhaal bevat een conflict of een uitdaging die overwonnen moeten worden. Het roept een emotie op, zoals verwondering, een lach of een traan. Ook bevat het verhaal een clou: als het verhaal eindigt is er iets veranderd, iets nieuws geleerd of het probleem is opgelost.
“Een goed verhaal is het leven, waarbij de saaie stukken zijn weggelaten”, zei filmregisseur Alfred Hitchcock ooit. Een treffende omschrijving, want in deze samengebalde vorm heeft een verhaal een boodschap of betekenis voor de lezer. Die betekenis kan voor iedereen verschillend zijn, maar hij zit er wel in.
Verhalen hebben veel verschillende toepassings-mogelijkheden. We kunnen verhalen gebruiken om anderen iets te leren. Omdat beelden nawerken in ons geheugen, kun je een verhaal beter onthouden dan feitelijke gegevens. We gebruiken verhalen daarom om belangrijke dingen te verankeren en door te geven.
We kunnen verhalen ook gebruiken om weerstand tegen verandering te verminderen. Bij rationele informatie zullen mensen snel tegenargumenten bedenken; in een verhaal gaat de lezer meeleven met de hoofdpersoon, of hij nu wil of niet. Hij hoopt dat die zal slagen in zijn plan, ondanks alle problemen die hij op zijn weg tegenkomt. De mening van de hoofdpersoon kan zo – vaak onbewust – de mening van de lezer beïnvloeden. Ook kunnen we verhalen inzetten om meer begrip te krijgen voor een bepaalde kwestie. Wie verhalen vertelt over zijn leven, krijgt gemakkelijker begrip voor zijn opvattingen of afwijkende gedrag. En dat begrip is een eerste stap naar wederzijds respect.
Verhalen hebben niet alleen verschillende functies maar ook uiteenlopende effecten. Ik onderscheid er elf, die ik in ieder hoofdstuk afzonderlijk uitwerk.
Verhalen bezorgen ons:
• Simulatie: verhalen stellen ons in staat om ervaringen in onze hersenen te beleven alsof het echt gebeurt, waarmee we als het ware ‘oefenen op het droge’.
• Eigen invulling: verhalen leggen je lezer niets op, maar geven de ruimte om eigen betekenis te geven aan de inhoud.
• Verheldering: verhalen maken een ingewikkelde werkelijkheid concreet, waardoor we die situatie ineens helder voor ons zien.
• Een haakje: onverwachte elementen in verhalen pakken je lezer bij zijn lurven en zetten zich vast in zijn geheugen.
• Medeleven: door verhalen leven we gemakkelijk mee met de hoofdpersonen en wekken begrip op voor hun problemen.
• Emotie: verhalen roepen directe emoties bij ons op. Emoties brengen ons in beweging.
• Nieuwsgierigheid: verhalen roepen onze nieuwsgierigheid op en maken ons daarmee actief betrokken.
• Geheugenkracht: dankzij de vaste structuur glijden verhalen gemakkelijk ons geheugen in. Verhalen zijn gemakkelijk te onthouden en door te vertellen.
• Universele zeggingskracht: verhalen gaan over tijdloze thema’s, die wereldwijd herkenbaar zijn.
• Inzichten: verhalen bevatten obstakels, die overwonnen moeten worden. De manier waarop de hoofdpersoon deze obstakels uit de weg ruimt, brengt nieuwe inzichten teweeg.
• Samenhang: door verhalen begrijpen we onszelf en de wereld om ons heen.
Al deze effecten maken verhalen ongekend krachtig. Toch betekent het delen van verhalen niet dat we alle gedachten kritiekloos overnemen, zoals een mobiele telefoon die je synchroniseert met je computer. Maar wel worden daar zaadjes geplant, die kunnen uitgroeien tot iets omvangrijks.
De elf verschillende lagen leveren evenzoveel invalshoeken om dit fenomeen te beschrijven. Al sabbelend verandert een toverbal steeds van kleur. Zo is het ook met verhalen: ze zijn nooit hetzelfde.
Alleen al het noteren van verhalen brengt een verandering teweeg. “Eenmaal opgeschreven heeft het waarachtigheid gekregen”, noteert Susan Smit in haar roman Vloed. “De waarheid is gevangen, de verwarring is overmeesterd. Er is vaste stof geschapen uit ijle lucht.”
×