Samenvatting
Op 11 mei 1940 vielen Duitse troepen van de SS-Standarte Der Führer de Nederlandse voorposten bij de Grebbeberg aan. De Nederlandse verdedigers hadden de opdracht gekregen om stand te houden ‘tot de laatste man en de laatste patroon’. Aan het einde van de dag hadden de Duitsers de voorpostenstrook in handen en was het Nederlandse bataljon, III-8 R.I., uiteengeslagen. De strijd om de voorposten, op de eerste dag van de slag om de Grebbeberg, zou uitgroeien tot een veelbesproken episode. Wat maakte dat de voorpostenstrook viel op 11 mei 1940? En waarom vluchtte de één maar bleef de ander verwoed weerstand bieden? Dit boek gaat in op deze vragen en toont een beeld van de strijd waarin chaos en onzekerheid, heldenmoed en lafheid en falend en effectief leiderschap naast elkaar bestonden. Het werk weegt de verschillende factoren die bijdroegen aan het verlies van de voorpostenstrook en poogt het gevechtsveldgedrag van de Nederlandse militair te duiden.