Samenvatting
Bezorgd door en met een Nawoord van Michiel van Kempen Michaël Slory is een meertalige dichter, die sinds hij in 1961 zijn debuut maakte met Sarka/Bittere strijd, een belangrijk deel van zijn oeuvre heeft geschreven in het Sranantongo. In de tweede helft van de jaren '80 van de 20ste eeuw legde hij zich geheel toe op het schrijven in het Nederlands en het Spaans. Het werk van Slory tot 1991 werd gebloemleesd in de bloemlezing met vertalingen Ik zal zingen om de zon te laten opkomen. In Torent een man hoog met zijn poëzie is een ruime keuze opgenomen van het Nederlandstalige werk dat hij schreef in de jaren 1995-2005, en verder een keuze uit gedichten in het Sranantongo waarvan de eerste versie ontstond in de jaren 1973-1975. Zo goed als alle gedichten heeft Slory zelf grondig gereviseerd in 2011, en hij heeft die gedichten nog aangevuld met nieuw geschreven werk. John Leefmans tekende voor nieuwe vertalingen van Slory's Sranantongo poëzie naar het Nederlands. Slory is zich scherp bewust van de taak die hij als dichter heeft te vervullen, een ethische taak met esthetische middelen: de wachter te zijn van een paradijs dat misschien alleen bestaat in het hoofd van de dichter, maar dat juist dáárom maakt dat voor de dichter geen alledaagse taak is weggelegd. Zelfs al betekent dat ook vaak een positie in isolement. Want een man die hoog torent met zijn poëzie, reikt met zijn taal naar iets waar anderen niet komen. Michaël Slory heeft deze bundel zelf willen zien als zijn testament op de 75-jarige leeftijd die hij in 2010 bereikte. Dat is deze bundel maar tot op zeer relatieve hoogte geworden. En dat kán deze bundel immers ook niet zijn, zolang de levende dichter nog elke dag zijn levensenergie omzet in nieuwe poëzie.