Samenvatting
Eef is de aardigste machinist die je maar kunt tegenkomen, maar mevrouw Bokker, de baas van de stationsrestauratie, is zo'n vreselijk mens dat je haar beter nóóit tegen het lijf kunt lopen. En Bokker, haar man, is geen haartje beter. Bokker is conducteur, maar omdat hij gek is op geld en sterkedrank, hangt hij liever in de buurt van de restauratie rond. Samen met mevrouw Bokker bakt hij smerige kroketten voor de klanten en verder zorgen ze voor veel heibel en geschreeuw. Op een dag vindt Eef op het perron een sporttas, en in die tas een jongetje. Hij noemt het jongetje Tommie Station. Vanaf het eerste ogenblik zijn ze onafscheidelijk en maken ze een hoop plezier. Dat is lang niet altijd eenvoudig, want mevrouw Bokker verzint de gemeenste plannetjes om Tommie uit de weg te ruimen. En de gluiperige Bokker zit ook niet stil. Na tal van dwaze toestanden voeren Bokkers duistere praktijken tot een avontuur dat Tommies grote geheim zal worden.