Samenvatting
Na een existentiële crisis zag Lev Tolstoj, de wereldberoemde auteur van de grote romans 'Oorlog en vrede' en 'Anna Karenina', in dat de missie van zijn leven niet lag in het schrijven van dergelijke romans, maar in de verkondiging van de levensleer van Jezus Christus. De zin van het leven, die ligt in de dienst aan de naaste, vraagt waarheid, liefde, zelfverloochening, geweldloosheid en eenvoud, deugden die bij naleving ervan leiden tot de wereldvrede. De boeken die Tolstoj daarover schreef, werden verboden door de Russische staat en de Russisch-orthodoxe kerk, omdat hij fundamentele kritiek leverde op deze autoritaire instellingen. Tsaar, overheid en leger hielden het volk met geweld in slavernij, terwijl de kerk naliet bevrijding daarvan te prediken. De kerk leerde gehoorzaamheid aan de macht, geloof in dogma's en rituelen, terwijl Jezus praktische leefregels onderwees. In 'Wat ik geloof' wordt de Bergrede van Jezus op een unieke wijze door Tolstoj uitgelegd en ontdaan van theologische 'aanpassingen' die gedurende de eerste eeuwen in de oudste teksten zijn ingevoegd om de leer van Jezus in overeenstemming te brengen met de leer van de kerk.