Fragment
Terwijl ze rustig rondkijken valt hun oog op de waterval. Er glinstert iets achter het val-
lende water wat van de rots naar beneden valt, dat is vreemd.
“Kom we gaan kijken”, roepen ze tegelijk.
Ze staan gauw op en gaan naar de waterval.
Maar hoe komen ze nu achter de waterval?
Als ze naar het vallende water zwemmen bedenkt Miezemuis iets om achter het water te kunnen kijken. Met veel moeite zwemmen ze door het water heen en komen achter de waterval.
Huh? Er zit een trap, maar die is best wel steil en er is geen ruimte om te vliegen. “Laten we het proberen Toekie”, zegt Miezemuis. Voorzichtig, maar met veel moeite beklimmen de vriendjes de trap.
Dan komen ze bij een grote stenen deur met een groot gouden tapijt erop.
Onder het tapijt staan vier letters uitgehakt in de wand en een mooie diamant, een mooie glimmende doorzichtige steen.
“Waarvoor zou dat zijn?”, vraagt Toekie. “Geen idee”, zegt Miezemuis en kijkt om zich heen.
Dan ziet hij ineens een kleine pot in de hoek staan. Nieuwsgierig haalt hij de deksel van de pot.
Het is erg stoffig in de pot maar als ze goed kijken zit onderin de pot een rolletje papier.
Wat zou daar nou op staan?
Voorzichtig rolt Miezemuis het papier open. Als hij helemaal open is zien Toekie en Miezemuis allemaal streepjes en pijltjes en stipjes op een soort landkaart staan. “Het is een schatkaart”, roept Toekie. “Wat leuk, we gaan een schat zoeken, Miezemuis”, en hij maakt een sprong van blijdschap.
Wat zal de schatkaart voor avonturen brengen?
×